NIEUWSBRIEF 08-09-2024

 

 

Editoriaal:

 

Ik weet niet of het een eer is, maar ik heb dus het bedenkelijk genoegen de ‘senior’ te zijn in onze club. Een dikke 86 jaar gelden werd ik geboren aan de Kattendijkdok Oostkaai 17, dus voorzeker Antwerpenaar aan de haven!

Ik heb daadwerkelijk de WO II in den lijve meegemaakt…

1940 was voor iedereen een grote verrassing, mijn vader, als sergeant foerier, geraakte gewond bij de terugtrekking van het Belgisch leger op de linkeroever en met veel moeite kon mijn moeder hem terughalen.

Hij kon zijn werk als fotograaf voortzetten maar dan kwam het bevel: ‘Hafen Sperrgebiet’ en we verhuisden naar het woonhuis van mijn grootouders in de Korte Herentals straat vlak aan het Stadspark.

Al bij al verliep de oorlog redelijk rustig in de Antwerpse binnenstad en ik kreeg voor het eerst op de Keyserlei de fameuze ‘Feldwebel’ te zien met hun ijzeren plaket op de borst.

Impressionant moet ik toegeven, ze hadden er dan ook de grootste figuren voor uitgekozen!

Tot 4 september 1944 kwam…plots stonden de Engelsen in onze straat want de Duitsers die het Diamantcentrum in de Hoveniersstraat als commando bezet hielden waren met veel lawaai in auto’s, vrachtwagens en fietsen halsoverkop vertrokken.

De SS Sturmstaffel slaagden er nog in een ‘heldendaad’ te verrichten: een vriendin van mijn grootmoeder werd voor haar deur toen ze thuiskwam nog neergemaaid door een mitrailleur salvo!

Op de hoek van onze straat aan de Quinten Matsijslaan lagen toen Engelse soldaten in vuurgevecht met de Duitsers in de 5 of 6 bunkers in het Stadspark. Gek, maar we stonden

er bij en keken er naar…! Een goede vriend, Albert Graré woonde toen op de hoek en bevestigde later mijn hele verhaal want hij had het ook gezien en meegemaakt.

Na een tijd gaven de Duiters zich over en riepen met de handen omhoog ‘Ruski, Ruski’ het waren dus Oekraïners of halve Russen die door de Duitsers ingelijfd waren en naar het West front gestuurd waren!

Lang zijn de grote buildings aan de Quellinstraat met kogelgaten versierd gebleven… dat was zowat de Bevrijdingsdag zoals ik hem meemaakte.

Later vernam ik al de verhalen van de Britse tank die de Hauptkommandatur aan de Meir/Meirbrug onder vuur nam, de gekste dingen kwamen er boven: een Duitser zat op het toilet toen de inslag van de bom in het gebouw volgde, tjonge, ik kan me inbeelden dat je dingend moet…maar met de vijand voor je deur?!

Sta me toe te eindigen met iedereen die de kans heeft veel plezier te wensen met de feesten en geniet van het bevrijdingsbal op de Grote Markt in de hoop dat die helse oorlogsdagen dagen nooit meer terugkomen!

Nog een reeks foto ’s uit het Stadsarchief met korte tekst die dateren van zowat 30 jaar geleden en die ik ontving via Bruno Verhaert, ere-rechter Handelsrechtbank Antwerpen; te zien in de e-mail-extra-nieuwsbrief.

BOB

 

 

Afbeelding met symbool, logo, Graphics, clipart

Automatisch gegenereerde beschrijving 

Uit het logboek van de commodore:

 

1.    BELANGRIJKE MEDEDELING: vorige week hebben we hier vermeld dat het evenement Slok op de Dok van STAB van 21 september open staat voor iedereen. DIT IS NIET HET GEVAL. Het is een privéfeest waar U enkel binnen kab met een persoonlijke uitnodiging. Wie zich inschrijft voor de Breugheltafel kan vooralsnog een dergelijke uitnodiging ontvangen. (deadline 12 september). Op 11 september kunnen we mekaar nog ontmoeten tijdens het happy hour op de Angèle tussen 14 en 17uur.

2.    Eindelijk was het dan zo ver, dat dachten we toch, voor de tocht van smaldeel DELTA met TS Rupel vanuit Oostende.    

Maar dat was dan wel zonder rekening te houden met het Belgische, of Vlaamse openbaar vervoer. Het begon al met Edwin die maandagavond aan boord wilde stappen. Tot Gent ging alles normaal dan volgde een Odyssee met treinen die niet reden, vervangbussen die niet kwamen opdagen, om dan toch nog, mits inschakeling van een taxi ergens, op een schappelijk uur in Oostende toe te komen.   

De volgende in de rij was dan uw dienaar, die op dinsdagmorgen voor alle zekerheid gemikt had op een autobus eerder, om zeker tijdig in het station van Berchem aan te komen voor de trein van 8u12. Maar de bus, zij kwam niet. Geen nood, de volgende zal de klus wel klaren, maar die kwam een kwartier te laat. Totale wachttijd: 40 minuten. Resultaat: trein naar Oostende gemist. Gelukkig was er nog een mogelijkheid met vertrek om 8u42 waarbij Oostende nog op een min of meer schappelijk uur kon bereikt worden, om 10u17. Eerlijk gezegd, dat lukte wonderwel, maar niet zonder een spannend momentje door een ultrakorte overstaptijd in Gent-Sint Pieters.       

Paul leek nog het beste af. Hij had keurig de trein van 8u12 gehaald, en kon dus rustig bijna 1uur en 40 minuten relaxen. Dat dacht hij toch, maar daar dacht de NMBS eventjes anders over. Want tussen Gent en Brugge viel de motor van de trein gewoon stil. Eerst twee weder opstart-procedures van tien minuten waren nodig vooraleer er terug beweging in te krijgen was.      

Zo kon Jan, die in Brugge zou opstappen nog een beetje mee genieten van de 20 minuten vertraging waarmee de trein uiteindelijk in Oostende toekwam. Gelukkig was dit nog aanvaardbaar voor de Rupel om nog even op ons te wachten, maar een vertrek, zoals eerder gepland om 10u30 zat er niet meer in.      
 


Al dadelijk konden de opstappers van de eerste dag: Edwin, Erik, Diederik, Jan, Paul en Willy getuige zijn van de vakbekwaamheid van de vaste bemanning van kapitein Jan, met Célesta, Filip, Jan, Luc en Sabine die op een wip, nog in de havenkom van het Montgomerydok de Rupel semi-volledig opgetuigd kregen. Bijna alles ging daarbij de mast in: kluiver, fok, schoener-en grootzeil, tot en met het gaffeltopzeil. Eens buitengaats kwam de “Fisherman” het geheel vervolledigen.     
Het was er aan te zien dat we hier met het winnaarsteam te doen hadden dat de beker bemachtigd had in de B-klasse van de Tall Ships Races 2024. In het begin kon het uitgezette zeiloppervlak er nog de vaart in houden, maar eens voldoende op zee bracht een gijp ons op een bijna voor de windse koers. Dat is al een moeilijke koers voor een klassieke tweemastschoener, maar toen de wind ook nog wat ging liggen, en de meeste vooruitgang gemaakt werd dank zij de vloedstroom volstond een kleine berekening om te beseffen dat enkel op zeil Breskens veel te laat bereikt zou worden. De omgekeerde driehoek ging dus de mast in, en de motor werd gestart. Zou de vloek van de commodore zich weer hebben laten gelden? (voet op zeilschip, wind naar nul).



Ondertussen hadden we al een verre ontmoeting gehad met de P902 Pollux.

Ook was er tijd zat om te “socializen”, wat niet moeilijk was want de meeste opvarenden waren oude bekenden van de Tall Ships Races. Persoonlijk viel mijn euro laattijdig toen ik ontdekte dat de Filip aan boord dezelfde was als de Filip, bootsman van de Mercator, met wie ik in 2006 enkele dagen aan boord van de Mir gevaren heb.   



En niet te vergeten, de lekkere soep en hapjes die schijnbaar van uit het niets op ons bord getoverd werden.  

De verdere tocht verliep voorspoedig en zelfs de zachte regenbui tijdens de laatste mijlen kon de pret niet drukken. Tot bleek dat het uiteinde van de pier was ingenomen door een zeiljacht dat zich nogal ruim “geparkeerd” had met krappe overblijvende kaailengte voor de Rupel tot gevolg. Toch wist Jan zijn 22 meter lange gevaarte in een feilloos maneuver keurig aan de wal te leggen. Daar keek asociale buurman toch even van op.      


Al bij al een geslaagde dag. Dit was ook een primeur voor onze clubwimpel. Na al gewapperd te hebben op het Veerse Meer, de Oosterschelde en de Adriatische zee werd die voor de eerste maal ontplooid over de Noordzee. Jan had wel de keuze tussen zichtbaarheid en protocol. Hij heeft voor het eerste gekozen waarvoor toch dank. Dank trouwens ook voor de gastvrijheid en de heerlijke dag.  

Die werd dan afgesloten in restaurant Amuse in Breskens, waar Paul en ondergetekende amper het aperitief achter de kiezen konden gieten voor ze al afgelost werden door Gert en Joris voor het traject Breskens-Antwerpen. Hoe het dus verder verliep moet U aan hen vragen, en ik hoop dat we daar binnenkort ook nog wel een verslagje van krijgen.

3.    “We hebben reservisten nodig”. Titel uit de Standaard van 5/9/2024. Het is ooit anders geweest. Als ik dan terugdenk aan de brief van Van den Boeynants die vele collegae kregen, om ontslag te nemen als reservist... The times are changing.

4.    Na 17 jaar bouwen en 20 miljard Euro verder is de Franse nieuwe kernreactor Flammanville 3 van 1,6 Gigawatt eindelijk klaar om aan het net gekoppeld te worden. (De Standaard 4/9/2024)    

Tegenstanders van kernenergie gebruiken graag die getallen om aan te tonen dat dit type van energie voorbijgestreefd is. Ze vergeten er dan dikwijls bij te vertellen wat de oorzaken zijn van meerkost en vertraging; In de meeste gevallen ligt dat aan strengere normen nadat het project in uitvoering gegaan is.      

In Flammanville heeft de ramp in Fukushima de wereld in een kramp doen schieten, waardoor de normen drastisch werden aangescherpt. Uiteraard gaan zulke projecten dan vertraging oplopen en aanzienlijk meer kosten. Vergelijk het met een trein, die men in volle vaart tot stilstand brengt omdat plots iemand beslist heeft dat de wielen dubbel zo groot moeten zijn.
In vergelijking met andere types energie, vergeet men meestal om de verborgen kosten van de alternatieve energie ook mee in rekening te brengen. Denk alleen maar aan een één enkel offshore relaisstation om de windturbine-energie te bundelen om ze aan land te kunnen brengen: 4 miljard Euro. En dat is dan nog maar het begin van het traject.

Willy  08/09/2024